Juli 1999, vijf dagen op de motor!

Vooraf.

Door omstandigheden (te warm voor onze oude hond Bas) hebben we besloten deze zomer NIET op vakantie te gaan. Want we nemen Bas altijd mee. Dit bood wel de mogelijkheid om een oude droom van me in vervulling te laten gaan: een paar dagen in mijn eentje 'er op uit' met de motor.
Daarover gaat deze pagina.


Over de motorfiets.

Ik rijd sinds 1991 motor. Eerst op een klassieke Yamaha RD350, later op een Honda CX500c, sinds najaar 1995 op een Honda Magna V45 (VF700c).
De Magna is van 1985. Een zogenaamd custom-model met een (sportief) viercilinder-blok in V-opstelling, 4 carburateurs en 16 kleppen. Pas boven de 10.500 toeren komt de teller in het rood. De motor heeft 6 versnellingen en is goed voor plm. 80 pk en een topsnelheid van rond de 200 km/uur.
Deze motor heb ik gebruikt gekocht in 1995. Het is een van oorsprong Amerikaans model met een mijlenteller. De eerste 10 jaar in Florida of Californie werden er slechts zo'n 1500 km per jaar op gereden. Toen ik 'm kocht stond de teller nog op goed 9000 mijl... Ondanks zijn leeftijd ziet hij er dus nog uit als nieuw!


Dinsdag 27 juli.

Om 08.00 uur rijd ik thuis het woonerf af, door Femma nagezwaaid. Eerst moet ik naar de giromaat, geld pinnen en benzine tanken. Kampen verlaat ik om 08.15 uur, de N50 op richting Apeldoorn. Via Arnhem en Nijmegen gaat het met een gangetje van 130 km/uur richting Venlo.
De eerste tankstop na 125 km, P-plaats "Lokkant", zo'n 30 km voor Venlo, om 09.20 uur. Zo vroeg op de dag wordt het al warm. De voorspelling voor vandaag ligt tussen de 25 en 30 graden... Na een korte pauze gaan we weer verder.

Bij Boxmeer verlaat ik de snelweg om via de 'midden-Peel'-route naar Kessel te rijden. Vanaf Kessel via de oude 'Napoleon'-route richting A2 naar Maastricht.
Om 11.10 uur staat er voor Maastricht al een file op de snelweg, maar daar kan ik tussendoor. Na Maastricht komt de Belgische grens, waar ik Belgische Franken pin bij het GWK.
Een vriendelijke groep motorrijders op weg naar Luxemburg stellen voor dat ik met hen mee rijd, maar in Luik rijdt de groep verkeerd. Achteraanrijdend zie ik dat op tijd en ik zwaai wel goed af.

Rond 12.30 uur houd ik een korte lunchpauze langs de E25 in de Ardennnen. Een paar vriendelijke nederlandse dames zetten me op de foto. Verder richting Luxemburg, maar bij de Baraque Fraiture, een van de hoogste plekken in België, verlaat ik de snelweg richting Vielsalm over de N89. Van Vielsalm richting Clervaux.
Bij Clervaux ga ik linksaf langs de rivier de Our, die de grens met Duitsland vormt. Dan naar Vianden. Het wordt nu aardig warm. Tussen Gemunden en Waldhof kwam ik langs een leuke camping, maar voor mij is het nog te vroeg voor een camping.

Een camping die ik zoek in dit Duits/Luxemburgs grensgebied, eentje waar ik vroeger eens heb gekampeerd, kan ik niet vinden en tegen vijven rijd ik het inmiddels bekende gehucht Schengen binnen, vlak tegen de Franse grens. Het is nu wel tijd voor een camping en ik besluit een stukje terug te rijden, ik was even te voren een camping gepasseerd in Remich aan de Moezel. Er is nog wel plek voor mijn tentje.

Omdat mijn telefoon bijna leeg blijkt te zijn vraag ik de Nederlandse buren of ik 'm in hun caravan aan de lading mag hangen. Dat mag en ik krijg gelijk een koud drankje aangeboden.
Ik zet mijn tent op, doe de spullen erin en rijd naar het stadje Remich om te gaan eten. Een aardig restaurantje, lekker buiten eten op het terras. Om 17.45 uur zit ik aan de warme maaltijd.

Terug op de camping maak ik een kop koffie en lees wat in het tijdschrift dat Femma me ingepakt als 'cadeautje' had meegegeven. Tegen 21.30 uur denk ik erover om nog iets kouds te gaan drinken op het terras van de camping, als de buurvrouw van links-achter achter mijn tent komt vragen of ik iets bij hen wil drinken. Ik ga op de uitnodiging in en zit tot 23.30 uur gezellig bij deze familie aan de witte wijn.

Totaal gereden deze eerste dag 520 km.


Woensdag 28 juli.

Het slapen op een dun matrasje in de tent is even wennen, ik ben al vroeg wakker. Om 06.45 uur vind ik het mooi geweest: tijd om op te staan! Douchen, ontbijt met koffie gemaakt. Om 08.30 uur rijd ik de camping af richting Frankrijk. In Thionville, op weg naar Metz, haal ik Frans geld uit de automaat.

Ik neem de snelweg naar Metz en van daar verder naar Nancy. In Nancy gaat het richting Epinal. Vlak voor Epinal pak ik om 10.40 uur een kop koffie in een cafeetje waar twee motorfietsen voor geparkeerd staan. De berijders blijken een paar Belgische motorrijders met hun vrouwen, ze zitten er al aan hun tweede biertje.
Om 12.15 uur sta ik in Gerardmer (Vogezen) aan het water. Ik wandel er door het centrum, op zoek naar een cadeautje voor Femma die op 6 augustus jarig is. Het is er gezellig druk, veel koopwaar op straat en veel toeristen. Om 12.45 uur verder. Eerst naar boven, naar de Col de la Schlucht en dan via de "Route des Crêtes" naar de Grand Ballon. Een prachtige, slingerende weg. Wanneer ik de Vogezen aan de zuidkant weer uitrijd, zet ik via Altkirch koers naar Zwitserland.

Via een hele kleine grensovergang kom ik Zwitserland binnen. De verplichte autoweg-sticker (f 55,-) plak ik aan de onderkant van mijn voorruit. Ik rijd door via Delemont naar Biel aan de Bielersee. Het is inmiddels laat in de middag, maar ik zie nergens een camping. Voor het Lac de Neuchatel sla ik linksaf richting Bern.

Om 18.40 uur een tankstop. Tot aan Bern (langs de snelweg) geen camping te bekennen. Ik besluit door te rijden op de snelweg richting Thun aan de Thunersee, zo'n 65 km verder. Weer helemaal geen campings, in plaats daarvan begint het te regenen. Onder een viaduct trek ik de regenbroek aan.

In Thun breekt de bui pas goed los en ik schuil een poosje onder een winkelgalerij. Het hotel waar ik informeer vraagt 160 gulden voor een 1-persoonskamer, daarvoor regent het me nog niet hard genoeg! Ik rijd langs de Thunersee (prachtig, ondanks de regen en de schemering!) richting Interlaken, waar ik pas om 20.45 uur een plekje vind op camping 'Alpenblick'. Het regent nog steeds wanneer ik de tent wil opzetten en de buren (uit Dedemsvaart) vragen daarom of ik niet liever bij hun eerst een kop koffie kom drinken.

Tegen 22.30 uur wordt het droog, zet ik (in het donker) alsnog mijn tent op en kruip erin, slapen maar!

Totaal gereden 1080 km, deze tweede dag 560 km.


Donderdag 29 juli.

Weer goed geslapen, maar opnieuw vroeg wakker. Om 06.45 uur opgestaan, gedoucht en de natte boel ingepakt. Het is zwaar bewolkt, maar droog. In het kantoortje van de campingbaas leert het weerkaartje in de krant dat het in Noord-Zwitserland beter weer is, hier in het midden blijft het regenen. Ik besluit niet naar Grindelwald te gaan (een jeugdherinnering) maar naar het noorden. Om 07.40 uur verlaat ik de camping.

De weg slingert mooi langs het water van de Thunersee, via Interlaken, langs de Brienzersee met zijn vele tunnels, richting Luzern.


Interlaken, een plaatje dat ik vond op Internet, tussen de Thunersee op de voorgrond en de Brienzersee op de achtergrond.


Vlak voor Brienz, let op de rotsformaties: de verschillende geologische lagen zijn behoorlijk geplooid. Hier zijn enorme krachten aan het werk geweest!

In Brienz eerst tanken, dan de pas naar Luzern op, langs de Sarnersee. Boven op de pas, om 08.45 uur, tijd voor koffie met een broodje (ontbijt) op het terras. De zon is weer gaan schijnen! Om 09.00 uur weer verder.

Het is 09.45 uur wanneer ik in Luzern de motor voorzichtig tussen de Japanners door over het voetpad in de richting van de beroemde overdekte houten brug stuur. Ik wil een foto van brug met motor!

Om 10.30 uur tijd voor een tweede kop koffie op een terrasje in Küssnacht am Rigi. De naastgelegen boekenwinkel helpt me aan een kaart van Zwitserland, ik rijd inmiddels de kaart van Frankrijk af...
De weg vervolgt langs het prachtige Vierwaldstätter See, richting Flüelen via de beroemde Axenstrasse, een stuk van de route langs het meer met veel overdekte galerijen en de Wilhelm Tell kapel.

In Flüelen gooi ik de tank nog een keer vol voor ik de pas opga. De pomphoudster verzekert me dat de Klausenpas (1948m) goed bereidbaar is en dat het boven niet regent. Daar gaat 'ie dan...
De Klausenpas blijkt een steile, smalle weg, met veel motorrijders. Mijn Magna wordt er goed warm van, de ventilator moet regelmatig bijspringen om te voorkomen dat de zaak aan de kook raakt!
Onderweg houd ik nog een korte pauze en maak een paar foto's.

Om 12.30 uur arriveer ik boven, op de pashoogte. Een restaurant met terras (vol motorrijders) voorziet in een koud drankje (het is weer boven de 25 graden) en een bord spaghetti.

Onder het eten schrik ik van een drietonige sirene: de postbus! Net als vroeger, rijden die hier nog.

Verder hoor je continu het klingelen van de bellen van loslopende koeien, ook wat dat betreft is er in Zwitserland niets veranderd!

Op deze hoogte ligt hier en daar nog wat (ver-ijsde) sneeuw. Ik kan het niet laten de Magna ervoor te parkeren voor een foto. Ook op weg naar beneden schiet ik verschillende foto's.

Om een bocht moet ik plotseling 'in de ankers': een kleine kudde koeien is luid bellend onderweg naar boven, via het asfalt. Geen begeleider(s) te zien.

Op deze foto en die hieronder zie je onderaan de berg het dal. Tenminste... dat dacht ik! Maar toen ik dat langgerekte dal door was, bleek ik aan het eind nog eens 500 tot 600 meter naar beneden te moeten. In het dal alleen houten boerderijtjes. Waarschijnlijk huisjes die alleen in de zomer worden gebruikt om het vee op de bergweiden te laten grazen. Ik heb trouwens vergeefs gezocht naar een koe in het lila...

Aan het eind van de pas sla ik rechtsaf, langs de Walensee. Het bijbehorende stadje Walenstadt heeft een camping. Het is pas 15.00 uur maar erg warm en ik besluit om er voor vandaag een punt achter te zetten en de natte boel te gaan drogen!

Ik schrijf me in en zoek een mooi plekje met uitzicht op het meer en een bank waarop ik kan zitten. Alleen de motor, die mag niet mee op het veld. De Magna moet naar de 'motorparkeerplaats'. Wanneer alles staat ga ik in t-shirt en korte broek nog even op de motor het stadje in voor wat boodschappen.

Tegen de avond komen er nog twee motorrijdende broers uit Nederland bij. Met hen en wat koude biertjes uit de kleine kampwinkel breng ik de avond door. Om 23.00 uur in bed.

Totaal gereden 1331 km, deze derde dag 'slechts' 251 km.


Vrijdag 30 juli.

Op tijd op, douchen en ontbijten. Ik pak de boel in en sleep mijn koffers naar de dichtstbijzijnde picknickset om een boterham en een bakje koffie te maken. Tijdens het ontbijt kan de buitentent nog wat drogen (aan zo'n meer is 's ochtends door de dauw alles nat) en de telefoon in het kantoortje opladen.

Voor ik Walenstadt verlaat gooi ik de tank nog even vol. Het verbruik is stevig, dat trekken tegen zo'n pas omhoog zie je direct terug in het brandstofverbruik.

Op naar Liechtenstein, in dat land ben ik nog nooit geweest. Rond 09.45 uur rijd ik het vorstendom(metje) binnen. Door naar Vaduz, de hoofdstad. Het valt allemaal erg tegen, een modern stadje met veel bank- en verzekeringsgebouwen in het Rijndal. Niets bijzonders eigenlijk, en daarom maar door naar... Oostenrijk!

Om 10.15 uur passeer ik de Oostenrijkse grens. Niet dat ik daar iets te zoeken heb, dus via Meiningen kom ik weer terug in Zwitserland. Ik wil via de zuidkant van de Bodensee naar Schaffhausen.

Om 11.30 uur, in Horn aan de Bodensee, zit ik heerlijk te eten op een terrasje aan het meer. Fantastisch weer en een even fantastisch uitzicht, wat wil je nog meer? Ik eet samen met een mus, die op de rugleuning van de stoel tegenover me gaat zitten, en bij mij op tafel komt wanneer ik een stukje brood uit het mandje pak. Ik reik het voorzichtig aan en jawel, hij pakt het me uit de vingers om zich vervolgens snel uit de voeten te maken! Het bedienend personeel zal er wel niet blij mee zijn, met die mussen.

Om 12.00 uur rijd ik verder richting Konstanz. In Konstanz kijk ik even rond, maar het is er erg druk, en ik besluit verder te gaan langs het meer.
Het is weer tijd om te tanken, en op het terrasje bij de pomphouder drink ik een flesje koude limonade en lees een Nederlandse krant. De man adviseert me eerst over de brug te rijden in Schaffhausen, en dan de tweede set borden richting Rheinfall, de grote waterval, te volgen. De Rheinfall is inderdaad indrukwekkend!

Van Schaffhausen richting Zwarte Woud, Duitsland. Naar Titisee. Na anderhalf uur rijden in het Zwarte Woud, de naam zegt het al, veel donker bos, heb ik er genoeg van. Na de passen en meren, de overweldigende natuur van Zwitserland, is het Schwarzwald een beetje een afknapper. En het vooruitzicht op de Duitse Autobahnen maakt me ook niet vrolijker, in Duitsland kom ik te vaak... Dus ik besluit weer koers te zetten naar Frankrijk; terug naar de Vogezen.

Ik cross in de spits door Freiburg (toch nog een behoorlijke stad), kruis de 'Bovenrijnse Laagvlakte' en de Rijn, en passeer de Franse grens. Achter Colmar, in Turckheim zoek ik een camping. Het 4-sterren-geval is gelukkig helemaal vol en zo vind ik om 18.15 uur een plekje 'bij de boer' in een dorpje vlak achter Turckheim aan de weg naar Munster, aan de voet van de Vogezen. Een aanrader!

Ik maak brood, koffie, lees de krant, drink een paar glazen wijn (uit mijn 'veldfles') en kruip vroeg in de slaapzak.

Totaal gereden 1673 km, deze vierde dag 342 km.


Zaterdag 31 juli.

Prima geslapen, en bij de boerin het bestelde ontbijt gebruikt. De overnachting kostte slechts 20 franken, voor nog eens 20 franken had ik een vorstelijk ontbijt met een hele liter koffie en een halve liter kokende melk, aan een picknickset in de schaduw aan de zijkant van de boerderij.
Om 09.45 uur is het tijd om op te stappen. Ik moet de oude boerin plechtig beloven een volgende maal mijn echtgenote mee te brengen...

Voor ik de Vogezen in ga, in Munster nog even tanken.

Via de Col de la Schlucht en de Col du Bonhomme rijd ik richting St. Dié. Een prachtige route, de Vogezen zijn ook voor motorrijders echt de moeite waard!

Eigenlijk was ik nu toeristisch onderweg naar Luxemburg en de Belgische Ardennen, maar hier ergens neem ik het besluit om naar huis te gaan! Het is mooi geweest, bovendien stelde Femma aan de telefoon voor dat ik over een week weer op de motor naar Frankrijk zou gaan om de éclipse van nabij te aanschouwen! Femma, die het eigenlijk maar zorgelijk vond, ik in mijn eentje op de motor weg.
Ik zoek de snelweg op, Nancy, Metz, om 13.20 uur passeer ik de grens met Luxemburg, Luik, Maastricht. In Maastricht zit ik rond 16.00 uur op het terras van Mac Donald aan de hamburger. Via de middenpeel-route rijd ik terug naar huis, net zoals ik gekomen ben.

Om 19.30 uur stap ik thuis, in Kampen, voor de deur weer af.
Tjee... ik wist niet dat het met de motor zo mooi was!

De vijfde dag 717 km gereden, totaal 2390 km.


Alle foto's © Aloys de Vries, Esdoornhof 281, 8266GJ Kampen.